MAF 043 - Column
Deze rubriek is geschreven door @Silverbyte
Hieronymus of hoe alles heel snel fout kan gaan
Hij draaide het donkere parkeerterrein achter zijn appartementencomplex op. Het was even na drie uur 's nachts en hij was kapot. Werken in een nachtclub waar de hele onderwereld van Amsterdam samenkomt om zich te laven aan drank en pillen, het gaat je niet in de koude kleren zitten. Hieronymus stapte uit, griste zijn lederen Louis Vuitton-tas (nep natuurlijk, Hieronymus verdiende een hongerloontje - hij pretendeerde echter graag een fortuinlijk man te zijn) van de achterbank en sloeg het portier achter zich dicht.
Hij had die avond de beruchte Johan G. in elkaar geslagen toen deze op het punt stond de tent af te breken. Johan was met veel gevloek afgedropen, maar Hieronymus wist dat hij het hier absoluut niet bij zou laten. Ze (Johan en zijn aanhang) zouden hem komen zoeken, dat was zeker. Hij keek om zich heen. Er zat een junk tegen een hek geleund met een blik Euroshopper-bier, maar verder was het achterplaatsje verlaten. Geen spoor van Johan. In kalme tred beende hij richting de achterdeur.
"Guur weertje he? Je wilt vast gauw naar binnen..."
De woorden troffen hem als een kogel in de nek. Hij draaide zich om. Daar stond Johan, met een pleister op zijn neus en zijn rechterhand verpakt in gips. Hij had het kunnen weten. "Je ziet er bijzonder appetijtelijk uit, zo in het maanlicht" antwoordde Hieronymus, en hij was verbaasd over de kalmte waarmee hij de woorden uitsprak. Johan grijnsde, zoals alle zware jongens grijnzen vlak voordat ze een zwaar delict plegen. Hij bracht de gipshand naar de binnenkant van zijn bomberjack. Er verscheen een klein machinegeweer.
"Weet je hoe laat het is, Hieronymus? Het is tijd om te bidden"
Hieronymus was voorbereid op dergelijke situaties. Voordat hij achter de bar van Club Zeus belandde, had hij er voor de deur gestaan als uitsmijter. Hij had menig relschopper de straat op gewerkt, goedschiks of kwaadschiks. Hij wist hoe hij zijn vlugge handen in zijn voordeel kon gebruiken. Johan kwam dichterbij, de loop ergens tussen Hieronymus' kruis en maag gericht.
Een reflex. Een hand die zich razendsnel bewoog. Het kraken van bot dat door merg en been ging. Een schreeuw. Johan keek naar zijn rechterpols die in een nogal ongebruikelijke hoek stond. Hij kermde het uit van de pijn. Het wapen lag tussen hen in op de grond. Hieronymus pakte het op. Het was een alleraardigst ding. Goed verzorgd en nog niet zo oud.
"Je begaat de grootste fout van je leven"
Johan blafte zijn woorden als een dolle hond. Hieronymus was niet onder de indruk. Hij had genoeg films gezien om te weten dat dit slechts een laatste poging was om het onvermijdelijke kwaad af te wenden. Hij zette de loop van het geweer tegen Johan's slaap en haalde de trekker over. Een knal. Johan zeeg als een paard ter aarde. Om zich heen vormde zich in rap tempo een poel van Amsterdams schurkenbloed. Op dat moment volgde er nog een knal. Hieronymus voelde aan zijn achterhoofd. Bloed. Hij werd duizelig en probeerde te blijven staan, maar hij verloor snel bloed en voelde de weerstand wegsijpelen. Langzaam stortte hij neer op het koude asfalt, vlak naast Johan.
Daar lagen ze. Twee vechtersbazen die het hadden af moeten leggen tegen een onbekende, lachende derde. Hij had buiten de waard gerekend. Hij was een belangrijke regel uit het circuit vergeten. Onderschat nooit de moordbereidheid van een dakloze verslaafde die door zijn heroïne heen is.
2 reacties
Recommended Comments