Jump to content

[PS] Blending Options


Arjen

Recommended Posts

blendingoptions8ph.gif

dropinnershadow7ep.gif

innershadow2un.gifdropshadow3nu.gif

Blend Mode: Met deze optie kun je allerlei blendings uitkiezen. Er zijn 23 verschillende blending modes. Hier komen ze allemaal op een rijtje:

  • Normal: Dit is een normale optie, hierbij schijnt niks door, er word niet gemixt met kleuren. Zwart is zwart en wit is wit.
  • Dissolve: Met deze blend mode kan je alles oplossen om het zo maar te zeggen. Dit worden meestal veel stippeltjes.
  • Darken: Hiermee wordt alles gemengd met de layers eronder. Bijvoorbeeld de layer die je op Darken wilt zetten bevat groen en de layer eronder bevat geel. Dan wordt het gele vlakje heel erg groen, omdat geel ook een felle kleur is. Als het vlakje eronder wit is, wordt het gewoon dezelfde kleur groen.
  • Multiply: Met deze optie gebeurd ongeveer hetzelfde als bij Darken. Alleen worden de doffe kleuren (bruin, oranje, grijs etc.) donkerder afgebeeld.
  • Color Burn: Bij deze worden de kleuren wat feller, ze worden als het ware 'verbrand'. De doffe kleuren worden zwart of ze nemen dezelfde kleur aan als de layer eronder.
  • Linear Burn: Hetzelfde als Color Burn, alleen wordt de layer zelf ook een beetje doorzichtig. Bij Color Burn is dit onzichtbaar.
  • Lighten: Het woord zegt het al, de layer wordt verlicht. Het wordt een doffe, doorzichtige layer. Net zoals bij Color en Linear Burn worden de andere doffe kleuren zwart of ze nemen dezelfde kleur van de onderliggende layer aan.
  • Screen: Dit geeft hetzelfde effect als Lighten, maar de onderliggende layer behoud zijn kleuren.
  • Color Dodge: Bij deze optie worden de kleuren die de onderliggende layer hebben versterkt. De doffe kleuren worden felle kleuren, maar felle kleuren blijven ook fel.
  • Linear Dodge: Dit geeft hetzelfde effect als Color Dodge, maar ook bij Linear Burn word de layer een beetje doorzichtig. Bij Color Dodge is dit onzichtbaar.
  • Overlay: Hierbij worden de kleuren bij de onderliggende layer wat versterkt. Het geeft een hoger contrast. Dit ligt er wel aan hoe de layer die op Overlay wordt gezet en hoe de onderliggende layer eruitziet. De doffe kleuren worden wat feller.
  • Soft Light: Deze optie stelt niet veel voor. De layer wordt doorzichtig, dit kan je ook doen met de Opacity.
  • Hard Light: Dit is soms een leuke blend mode. Als je de juiste kleuren hebt uitgezocht kan dit een mooi effect geven. Namelijk, dit geeft een ontzettend hoog contrast aan de onderliggende layer als je voor de layer waarop je Hard Light zet, de juiste kleuren gebruikt (dat ligt eraan wat voor kleuren de layer eronder hebben). Maar als je doffe donkere kleuren gebruikt, geeft dit juist géén hoog contrast maar een lage brightness.
  • Vivid Light: Met deze optie wordt alles een beetje fel verlicht. Op lichte doffe kleuren (grijs, bruin etc.) krijg je de kleur die je ook op de layer hebt zitten waar je deze optie op zet.
  • Linear Light: Als je bv. de layer groen maakt en op deze optie, Linear Light, zet, dan wordt de onderliggende voor de helft die kleur. De kleuren die fel zijn (alle lichte kleuren; licht blauw, licht rood etc.) worden dan ook groen.
  • Pin Light: Ongeveer hetzelfde als Linear Light, alleen behoudt de onderliggende layer zijn doffe kleuren.
    Hard Mix: Dit is de ultieme contrast blend mode. Dit geeft een ongelofelijk hoog contrast aan de onderliggende layer.
  • Difference: Moeilijk om uit te leggen, maar als je de layer donkergroen maakt en de layer eronder heeft bijna alle kleuren, dan krijgt de onderliggende layer erg doffe donkere kleuren.
  • Exclusion: -
  • Hue: Leuke blend mode. Als je een layer maakt die groen is en de layer eronder heeft allerlei kleuren, dan veranderen die kleuren naar groen, maar ze blijven wel op hetzelfde contrast. Dof blijft dof, maar wordt wel groen. Fel blijft fel, maar wordt groen.
  • Saturation: -
  • Color: Geeft hetzelfde effect als bij Hue. Als je de layer groen maakt en je zet hem op deze blend mode, dan word de onderliggende layer helemaal groen en het behoud dezelfde kleuren, fel blijft fel en dof blijft dof. Maar de onderliggende layer wordt over het geheel een beetje doffer.
  • Lumonisity: -

Opacity

Hiermee kan je instellen hoe je de layer wilt laten zien. Doorzichtig, bijna niet of bijna wel, maar een beetje doorzichtig kan ook.

Angle

Hiermee kan je de richting instellen vanwaar je het vandaan wilt laten komen. Stel je hebt Drop Shadow aangevinkt en je hebt de Angle op 90 gezet. Dat betekent dat de Shadow aan de onderkant van je layer zit. -90 betekent dat het aan de bovenkant van je layer zit. Als je eenmaal Angle op een bepaalde stand zet, kan je niet bij een andere Blending Option dit veranderen. Als je bij Drop Shadow 90 hebt gezet, kan hij bij Inner Shadow niet op 120 of een ander getal. Het kan wel, maar dan verandert ook de de Angle bij Drop Shadow.

Distance

Dit is de afstand waarop je de Blending Option zet. Hoe groter de Distance, hoe verder de layer 'van de grond af komt'. Als de Distance op 1 zet, krijg je Shadow aan elke kan van de layer.

Spread & Choke

Dit geeft aan hoever je de Drop Shadow wilt verspreiden. Hoe lager Spread, hoe waziger de Shadow.

Choke is ongeveer hetzelfde als Spread. Hoe hoger Choke, hoe strakker je Shadow.

Size

Hiermee wijs je de grootte van de Shadow aan. Hoe groter Size, hoe groter je Shadow.

Contour & Noise

Met deze opties kan je de stijl van je Shadow nog aanwijzen. Maar dit is voor gevorderde gebruikers. Dit zal ik nog wel een keertje uitleggen hoe dit zit.

innerouterglow9fu.gif

innerglow8at.gifouterglow9fc.gif

(Blend Mode, Opacity, Spread & Size --> zie Drop & Inner Shadow)

Noise

Met Noise kan je aangeven dat er stippeltjes komen in plaats van een zachte glow. Met Noise komt een 'harde' glow om het zo maar te zeggen. Hoe hoger je Noise zet, hoe 'harder'.

Technique

Met Technique kan je aanwijzen hoe je glow er uit komt te zien. Je hebt 2 opties.

  • Softer: Hiermee kan je ook transparante (doorzichtige) glow maken. Dit verzacht de glow een beetje.
  • Precise: Dit is voor de kleinere glows. Tenminste, daar kan je deze optie het best voor gebruiken, dit geeft echt alle glow weer.

Source (Inner Glow)

  • Center: Hier komt de glow vanuit het midden naar buiten.
  • Edge: Hier komt de glow vanuit de rand naar het midden.

Bij het gedeelte Quality kan je beter niet aanzitten, dit is voor gevorderde gebruikers. Meestal wordt dit alleen gebruikt als de dikte van de glow niet goed is, maar dat komt bijna nooit voor.

bevelandemboss4yf.gif

bevelandemboss5sl.gif

Style

Met style kan je uitkiezen hoe je layer eruit springt, met bevel and emboss breng je relief in je layer.

  • Outer Bevel: Dit is een stijl die laat zien dat jouw layer er uit springt. Het wordt een bult op je ontwerp om het zo maar te zeggen. De bevel komt aan de buitenkant van je layer.
  • Inner Bevel: Ongeveer hetzelfde als Outer Bevel alleen zit de bevel aan de binnenkant. Deze optie word het meest gebruikt, dit is ook de mooiste, maar dat is mijn mening.
  • Emboss: Precies hetzelfde als Inner Bevel alleen komt er nog een soort van schaduw aan de achterkant van je layer.
  • Pillow Emboss: Dit is ook hetzelfde als Emboss alleen is de schaduw aan de ander kant anders. Maar dat ligt er aan hoe je je Angle hebt gezet.
  • Stroke Emboss: Dit is heel iets anders. Hiervoor moet je Stroke aangevinkt hebben. Dan geeft het een emboss aan de Stroke, aan het randje.

Technique

Met de Technique kan je uitkiezen hoe sterk je Bevel moet worden.

  • Smooth: Deze optie wordt het meeste gebruikt. Dit is een zachte Bevel of Emboss. Niet een strakke, hoekige Emboss.
  • Chisel Hard: Dit is echt een hard Bevel of Emboss, strak, sterk en ruw. Dit gebruik je voor strakke designs, zonder enige smoothe dingen.
  • Chisel Soft: Eigenlijk kan ik tussen Soft en Hard geen verschil zien, maar als je heel goed kijkt verschilt het een heel klein beetje. Dit is voor grotere objecten.

Depth: Dit kan je veranderen van 0 tot 1000%. Hiermee verander je de sterkte van de Bevel of Emboss. Dit is een belangrijk onderdeel van Bevel and Emboss.

Direction: Simpel, Up of Down, dit kan je ook met de Angle veranderen, maar met Up en Down gaat het wat sneller. Voor mijzelf dient dit nergens voor.

Size: Hiermee verander je de grootte van de Bevel of Emboss. Dit is een belangrijk onderdeel van Bevel and Emboss.

Soften: Met Soften kan je de Bevel of Emboss zachter en softer maken, zoals het woord al zegt. Als Soften uit staat, zie je meestal enkele pixels, daarom raad ik je aan om Soften vaak aan te zetten.

Angle % Altitude: Dit verandert je gezicht naar het object, de lichtval. Je zet 2 vakjes met 'aantal graden'. Het bovenste vakje (Angle) telt het aantal graden in het rond en het onderste vakje (altitude) telt het vanaf buiten naar binnen. Hoe lager het getal in het onderste vakje, hoe minder schaduw en hoe meer lichtval er is. Met het bovenste vakje kan je aanwijzen van waar het licht moet komen.

Je kunt ook nog een vakje aanvinken, dat is 'Use Global Light'. Dit is precies het zelfde als bij Direction.

Gloss Contour: Met deze functie kan je een bepaald gezicht geven aan de Bevel of Emboss. Klik maar eens op het pijltje naast het kleine plaatje en dan zie je een aantal 'heuvels', zoals ik het noem. Als je op een van die thumbnails klikt krijgt je object een andere vorm. Het vakje wat je kan aanvinken (Anti-Aliasing) stelt niet veel voor, dat is om de lelijke pixels er uit te halen.

Highlight Mode: Spreekt voor zich lijkt me, hiermee kan je instellen wat voor Blending Mode het lichtinval moet hebben, ernaast zie je standaard een wit vakje, hiermee kan je een kleur kiezen.

Shadow Mode: Hetzelfde als Highlight Mode, hiermee kan je instellen wat voor Blending Mode het lichtinval moet hebben, ernaast zie je standaard een wit vakje, hiermee kan je een kleur kiezen.

contour7jw.gif

contour9vo.gif

Contour

Hier kan je kiezen wat voor diepte en wat voor effect je Bevel en Emboss moet hebben.

Achter het vakje contour staat Anti-Aliased, dat betekent dat je zoveel mogelijk hoekige stukjes weghaalt.

Range

Hiermee bepaal je de diepte van je Contour.

texture8mo.gif

texture8yb.gif

Pattern

Hier kan je een pattern uitkiezen die over je plaatje heen komt.

Scale

Met Scale kan je de grootte van je Pattern wijzigen, of eigenlijk moet ik het goed zeggen. Het eigenlijk het inzoomen van je effect die je er over heen gooit bij Pattern. Hoe hoger scale, hoe verder je inzoomt.

Depth

Wil je gemakkelijk je texture omdraaien, dat kan met Depth. Hoe minder je depth, hoe verder je hem omdraait, hoe groter je depth, hoe verder je hem de andere kant omdraait. Als je je Depth op 0 hebt staan zie je niets.

satin7ro.gif

satin1eo.gif

Met Satin kan je een kleur over je plaatje/object heen gooien. Eigenlijk is het een kopie van het object waar je dit effect overheen gooit. Alleen kan je het hiermee blurren etc.

Voor de opties van Satin kan je even bij de andere gedeeltes van deze tutorial kijken, het staat hier allemaal al beschreven.

Bewerkt: door Lantyz
Link to comment
Delen op andere websites

overlays8qn.gif

coloroverlay8jx.gif

coloroverlay3jv.gif

Lijkt me duidelijk, hiermee kan je de kleur bepalen die over je layer heen komt.

gradientoverlay2re.gif

gradientoverlay8bb.gif

Eigenlijk hetzelfde als Color Overlay, alleen kan je hiermee verschillende kleuren over je layer heen gooien.

Style

  • Linear: Dit is de standaard optie voor Gradient Overlay. Dit kan zijn kleurverschil van boven naar beneden. Met Angle kan je wijzigen welke kant het op moet staan
  • Radial: Dit is een effect van binnen naar buiten.
  • Angle: Dit is wel een grappig effect, dit draait zeg maar een rondje, met Angle kan je aangeven waar de eerste kleur moet beginnen en dan kan je het allemaal in andere kleuren maken.
  • Reflected: Als je 2 kleuren hebt uitgekozen zit kleur 1 aan één kant, dan komt kleur 2 in het midden en kleur 1 zit dan weer aan de andere kant. Reflected dus.
  • Diamond: Dit is in een vorm van een diamant of in de Nederlandse taal een 'ruit-vorm'.

patternoverlay6at.gif

patternoverlay0kp.gif

Precies hetzelfde als Color Overlay, alleen kan je hierbij geen kleur uitkiezen, maar een apart plaatje.

stroke3py.gif

stroke4hc.gif

Size

Hiermee kan je de dikte bepalen van je Stroke, een randje om je layer.

Position

  • Outside: Dit is een rand helemaal aan de buitenkant van je layer. Dit gaat niet over je layer heen zitten.
  • Inside: Dit is het tegenovergestelde van Outside (logisch). Dit zit juist aan de binnenkant van je layer.
  • Center: Bij deze positie zit de Stroke gedeeltelijk aan de binnenkant en gedeeltelijk aan de buitenkant. In het midden, center.

Link to comment
Delen op andere websites

  • 1 maand later...

Een reactie plaatsen

Je kan nu een reactie plaatsen en pas achteraf registreren. Als je al lid bent, log eerst in om met je eigen account een reactie te plaatsen.

Gast
Op dit onderwerp reageren...

×   Je hebt text geplaatst met opmaak.   Opmaak verwijderen

  Only 75 emoji are allowed.

×   Je link is automatisch ingevoegd.   In plaats daarvan weergeven als link

×   Je vorige bewerkingen zijn hersteld.   Alles verwijderen

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

  • Recent actief   0 leden

    • Er zijn hier geen geregistreerde gebruikers aanwezig.
×
×
  • Create New...