Zoeken
Resultaten weergeven voor de tags 'natuur'.
2 resultaten gevonden
-
De rode flamingo of ook wel de Phoenicopterus ruber genoemd is een flamingosoort die voorkomt in het Carabïsche gebied en de Galapagoseilanden. Ook zijn ze verspreid in Zuid-Amerika. Ze eten ongewervelde waterdiertjes en algen. Gemiddeld word een rode flamingo zo rond de 30 - 40 jaar oud en weegt een rode flamingo ongeveer 2 tot 4 kilogram. Op dit moment zijn ze (gelukkig) niet bedreigd. Een verkleurde blauwe flamingo Lange Jan Er zijn 6 flamingosoorten op de wereld. De rode flamingo is met een lengte van 120 tot 145 centimeter, één van de grootste flamingosoorten. De mannen zijn vaak groter dan de vrouwen. De lengte hebben ze te danken aan de lange nek en lange poten. De romp is ovaal gevormd en de kop is relatief klein vergeleken met de nek en poten. De Europese flamingo lijkt erg veel op de rode flamingo. De Europese flamingo is alleen iets witter van kleur en komt voor in het Zuiden van Europa en in delen van Afrika. Zwemvliezen Flamingo's leven in ondiepe wateren en op modderige vlaktes. Tussen de tenen zijn zwemvliezen te vinden. Zo zakken zij niet weg in de zachte ondergrond. Niet alleen flamingo’s hebben zwemvliezen. De meeste watervogels hebben zwemvliezen. Dankzij de zwemvliezen kunnen ze zich gemakkelijk voortbewegen in het water. Woonplaats en verblijfplaats Ze leven in verschillende waterrijke gebieden. Zo zijn ze vaak langs de kust te vinden, maar ook bij meren met zout water, riviermondingen en meren. In de ondiepe wateren gaan ze op zoek naar hun voedsel. Hun nesten maken ze op zandbanken, stranden en zanderige eilanden. Voedsel Flamingo’s hebben snavels die goed aangepast zijn aan hun voedsel. Ze voeden zich met kleine waterdiertjes en algen. Deze moeten ze uit het water filteren. De snavel bevat aan de binnenkant lamellen. Deze lamellen zijn te vergelijken met een soort zeef. Ze zuigen het zoute water op en dat wordt vervolgens met kracht door de tong zijwaarts tussen de gesloten snavelhelften naar buiten geperst. Het voedsel blijft dan achter op de lamellen in de snavel. De tong zorgt ervoor dat dit voedsel naar binnen wordt gewerkt. Familie en voortplanting Flamingo’s leven in grote groepen van wel duizenden vogels. Er zijn zelfs wel eens groepen van meer dan 1 miljoen vogels gezien! Dit doen ze vooral omdat het veilig is om in grote groepen te leven. Crèches zijn een veel voorkomend verschijnsel in zulke grote groepen. De jongen blijven op het land als de ouders het water in gaan om voedsel te zoeken. Niet alle volwassen dieren gaan tegelijk op zoek naar voedsel. Zo zijn er altijd vogels die achter blijven om op de jongen te passen. Soms zitten er wel tienduizenden jonge kuikens in de crèche. Ouders en jong vinden elkaar terug met behulp van hun geluid dat ze inmiddels goed herkennen. Grijs Flamingo’s leggen één wit ei (soms 2) waar het mannetje en het vrouwtje om de beurt op broeden. Jonge flamingo’s lijken nog helemaal niet op hun ouders. Ze zijn grijs en hebben donsveren als ze uit het ei komen. De snavel heeft ook nog niet zo een duidelijke knik. HELP! Rode flamingo’s worden niet bedreigd. De aanwezigheid van mensen zorgt echter wel voor verstoring van de broedgebieden en voederplaatsen. Bijna alle flamingokolonies hebben natuurlijke vijanden. Voornamelijk andere vogelsoorten, aangezien zij ook naar de kleine eilandjes kunnen vliegen waar de flamingo’s hun nest bouwen. In Afrika is de maraboe de grootste vijand van de flamingo, omdat zij de jongen en de eieren eten.
-
De reuzenpanda's staan onder grote druk doordat ontbossing en aanleg van wegen en spoorlijnen hun leefgebied sterk versnipperd heeft. Ook komen panda's nog wel eens in vallen terecht die zijn gezet voor andere wilde dieren. Te weinig bos Een groot probleem voor de panda’s is dat er voor hen te weinig oerbossen met bamboe over zijn. De reservaten liggen als losse eilandjes van elkaar gescheiden en het bos tussen de reservaten wordt steeds meer bedreigd door de bouw van bijvoorbeeld: wegen, mijnen en dammen. Een panda moet van het ene naar het andere bamboebos kunnen trekken. Dan komt hij panda’s tegen die geen directe familie zijn, waarmee hij zich voort kan planten. Verhuizen door bamboesterfte Verhuizen is ook nodig omdat bamboestruiken van één bepaalde soort elke dertig tot tachtig jaar allemaal sterven. Toen dat twintig jaar geleden in het Chinese Wanglang-reservaat gebeurde, bleven er van de bijna tweehonderd panda’s die daar leefden maar een stuk of tien over. Vroeger trokken panda’s, wanneer de bamboe dood ging, naar bos met een andere soort bamboe. Die andere bossen zijn er nu misschien wel, maar door wegen, dorpen en boerderijen voor de panda bijna niet te bereiken. Strikken van stropers Tweederde van de reuzenpanda's leeft in de pandareservaten die de Chinese regering heeft opgericht. In die reservaten is het relatief veilig voor ze, maar het komt nog steeds voor dat er stropers rondlopen. Hoewel die meestal jagen op herten en ander wild, komen in hun strikken ook panda's terecht. Steun de reuzenpanda's! https://www.wnf.nl/doe-mee/word-donateur.htm Alvast heel erg bedankt! Samen staan we sterk
- 5 reacties
-
- votair
- reuzenpanda
- (en 7 meer)