Jump to content
Geplaatst:
comment_795466

Hier kun je terecht met vragen over de verschillende talen: Nederlands (Belgisch), Duits, Engels, Frans, Spaans en eventueel ook andere talen die tot de "moderne" worden gerekend. De vrouwelijke woorden van Frans, de Duitse naamvallen en beroemde Nederlandse & Belgische dichters: we helpen je graag op weg. Zoals in alle vak-topics bieden we hulp en support maar volgen er géén pasklare antwoorden.....

  • Reacties 156
  • Bezichtigingen 24.1k
  • Created
  • Laatste reactie

Top Posters In This Topic

Featured Replies

Geplaatst:
comment_891155

Een bijvoegelijk naamwoord is een woord in een zin wat je eigelijk niet echt nodig hebt. Je gebruikt het om de zin wat op te fleuren. Het is een benaming van een woord dat wordt gebruikt om een speciale eigenschap van een zelfstandig naamwoord te benoemen.

Voorbeeldzinnen:

marmer - In de keuken ligt een marmeren vloer.

fel - Er woedt een felle wind.

Over dat Naamwoord, Er is er nog eentje en dat is dan het

Zefstandig Naamwoord

- Een zelfstandig naamwoord kan van alles aanduiden: vaak een persoon of voorwerp, maar ook een toestand, handeling of instelling.

Voorbeeldzinnen:

Blozen van schaamte.

Sidderen van angst.

Omkomen van de dorst.

Geplaatst:
comment_891841
Een bijvoegelijk naamwoord is een woord in een zin wat je eigelijk niet echt nodig hebt. Je gebruikt het om de zin wat op te fleuren. Het is een benaming van een woord dat wordt gebruikt om een speciale eigenschap van een zelfstandig naamwoord te benoemen.

Voorbeeldzinnen:

marmer - In de keuken ligt een marmeren vloer.

fel - Er woedt een felle wind.

Over dat Naamwoord, Er is er nog eentje en dat is dan het

Zefstandig Naamwoord

- Een zelfstandig naamwoord kan van alles aanduiden: vaak een persoon of voorwerp, maar ook een toestand, handeling of instelling.

Voorbeeldzinnen:

Blozen van schaamte.

Sidderen van angst.

Omkomen van de dorst.

Bedankt voor deze nuttige informatie had ik hard nodig :cya:.

  • 3 weken later...
Geplaatst:
comment_906269

Hallo allemaal,

Wij zijn op school bezig met de 3e naamval. Dat hadden we nog nooit eerder behandeld. Maar toen veel was uitgelegd was ik ziek :S.

Maar in de les was geen tijd om te vragen erover, we hadden luistertoetsen enzo. En ik heb 10 maart (maandag) een proefwerk, waar ook de 3e naamval in zit.

Kan iemand mij dit uitleggen? Of een goeie link naar een uitleg?

Ik heb zelf ook al gezocht maar ik kon weinig goeds vinden.

Alvast bedankt!!

Geplaatst:
comment_906288

Toevallig heb ik het daar ook over in Duits

De 3e naamval is het meewerkendvoorwerp. Je moet eerst de zin ontleden. Het MWVW wind je door pv/gez + ond + lv.

Bij mannelijk veranderd der in dem en ein in einem

Bij vrouwelijk veranderd die in der en ein in einer

Bij onzijdig veranderd das in dem en ein in einem

Bij meervoud veranderd die in den en keine in keinen

Je kunt de ein veranderen in alle andere vormen.

Als je nog vragen hebt, PM me dan. Duits is mijn beste taalvak.

Geplaatst:
comment_906324

De uitgangen die jij geeft kloppen, maar er zijn nog meer toepassingen met de 3e naamval:

- Meewerkend voorwerp

- Voorzetsels met 3e naamval: mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, gegenüber, entgegen

- Werkwoorden met 3e naamval: begegnen, danken, folgen, gefallen, glauben, gehören, gratulieren, helfen, kondolieren

- De keuzevoorzetsels: an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen

Als je bij de keuzevoorzetsels de vraag hebt 'wo?' (waar) of 'wann' (wanneer) krijg je ook de 3e naamval. Als het om 'wohin' (waarheen) gaat, krijg je de 4e naamval.

Voorbeeld: Hij zit op de stoel. Hij is daar op het moment, dus --> 'wo' (waar) Dus je krijgt de derde naamval, Er sitzt auf dem Stuhl.

Voorbeeld: Hij gaat naar school. Hij gaat dus naar school toe, dus --> 'wohin' (waar naar toe) Hier krijg je dus geen derde naamval, maar een vierde naamval.

Geplaatst:
comment_906351
De uitgangen die jij geeft kloppen, maar er zijn nog meer toepassingen met de 3e naamval:

- Meewerkend voorwerp

- Voorzetsels met 3e naamval: mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, gegenüber, entgegen

- Werkwoorden met 3e naamval: begegnen, danken, folgen, gefallen, glauben, gehören, gratulieren, helfen, kondolieren

- De keuzevoorzetsels: an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen

Als je bij de keuzevoorzetsels de vraag hebt 'wo?' (waar) of 'wann' (wanneer) krijg je ook de 3e naamval. Als het om 'wohin' (waarheen) gaat, krijg je de 4e naamval.

Voorbeeld: Hij zit op de stoel. Hij is daar op het moment, dus --> 'wo' (waar) Dus je krijgt de derde naamval, Er sitzt auf dem Stuhl.

Voorbeeld: Hij gaat naar school. Hij gaat dus naar school toe, dus --> 'wohin' (waar naar toe) Hier krijg je dus geen derde naamval, maar een vierde naamval.

Zover was ik nog niet.

Geplaatst:
comment_906374
Hmmm jij zit dus vast nog in de eerste want ik zit nu in de 3e en heb al veel meer over de 3e naamval gekregen !!

Ik scan morgen wel mijn leer blaadje voor je !!

Nou en bedankt dat je dat denkt he :puh: Neej ik ben 15, zit in de 3e klas van het VWO. Maar 3e naamval hebben we nog nooit behandeld.

Geplaatst:
comment_907987
Nou en bedankt dat je dat denkt he :puh: Neej ik ben 15, zit in de 3e klas van het VWO. Maar 3e naamval hebben we nog nooit behandeld.

Ik zit in de 2e Havo/VWO en dit is mijn 1e jaar duits. Volgens mij is dit dan niet goed van jouw school.

Geplaatst:
comment_909309
De uitgangen die jij geeft kloppen, maar er zijn nog meer toepassingen met de 3e naamval:

- Meewerkend voorwerp

- Voorzetsels met 3e naamval: mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, gegenüber, entgegen

- Werkwoorden met 3e naamval: begegnen, danken, folgen, gefallen, glauben, gehören, gratulieren, helfen, kondolieren

- De keuzevoorzetsels: an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen

Als je bij de keuzevoorzetsels de vraag hebt 'wo?' (waar) of 'wann' (wanneer) krijg je ook de 3e naamval. Als het om 'wohin' (waarheen) gaat, krijg je de 4e naamval.

Voorbeeld: Hij zit op de stoel. Hij is daar op het moment, dus --> 'wo' (waar) Dus je krijgt de derde naamval, Er sitzt auf dem Stuhl.

Voorbeeld: Hij gaat naar school. Hij gaat dus naar school toe, dus --> 'wohin' (waar naar toe) Hier krijg je dus geen derde naamval, maar een vierde naamval.

Bij an auf hinter neben in .........

Je bedoelt zcker 4e naamval is als het een beweging is en 3e naamval als het een rust is. En Ik had ook iets geleerd met dat bij een tijdsbepaling het 4e naamval is en als je het niet kunt zien zoals bij : ik verheug me dan is het 3e naamval.

Een reactie plaatsen

Je kan nu een reactie plaatsen en pas achteraf registreren. Als je al lid bent, log eerst in om met je eigen account een reactie te plaatsen.

Gast
Op dit onderwerp reageren...

Recent actief 0

  • Er zijn hier geen geregistreerde gebruikers aanwezig.