We hebben hier nu al veel topics over het broeikast effect, het vergaan van de wereld etc.
Na een onderzoek door grote onderzoekers van onder andere Rusland is gebleken dat er helemaal geen einde aan de wereld komt en in 2012 er ook niks met het broeikast effect gaat gebeuren zoals ontploffen of te warm worden. Het gaat enkel afkoelen. Dit probleem is namelijk al bezig vanaf de 17de eeuw. Ik laat het woord over aan de experts hiervoor:
'Alle wetenschappers zijn het eens', het is één van de belangrijkste - vooral intimiderend bedoelde - argumenten om mensen te overtuigen van de ernst van het klimaatprobleem. Het is echter een argument dat niks zegt (wetenschap is geen democratie), en het is simpelweg niet waar. Een mooi voorbeeld komt uit Rusland waar diverse topwetenschappers, sommigen lid van het IPCC in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk maken dat wat hen betreft de westerlingen zich druk maken om niks. We hebben een serie van enkele artikelen van of over die wetenschappers. We beginnen met een artikel van professor Oleg Sorochtin, van het Instituut voor Oceanografie van de Russische Academie van Wetenschappen dat hij op 9 oktober publiceerde via het persbureau Ria Novosti. 'Mijn duidelijke advies luidt: ‘Koop maar een stel goede viltlaarzen'.
Mijn duidelijke advies luidt: ‘Koop maar een stel goede viltlaarzen'. We beleven nu het hoogtepunt van een voorbijgaande warme periode van het klimaat, die in de 17e eeuw begonnen is toen van een menselijke invloed door de uitstoot van broeikasgassen nog geen sprake was.
De stijging van de temperatuur is uitdrukkelijk van een natuurlijke oorsprong en niet afhankelijk van het broeikaseffect en broeikasgassen. De werkelijke oorzaak van de klimaatverandering zit in de ongelijkmatigheid van de zonnestraling, in de ‘precessie' (verandering van de draaias) van de aarde, in de instabiliteit van oceaanstromen, in fluctuaties van het zoutgehalte van het oppervlaktewater van de Poolzee en andere zaken. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn de zonneactiviteit en de kracht van het licht. Hoe hoger deze zijn, des te hoger de temperatuur.
De astrofysici die de zonneactiviteit observeren hebben twee cycli vastgesteld: één van elf en één van 200 jaar. Beide cycli worden door veranderingen in de diameter van de zon en de omvang van het stralende oppervlak ervan bepaald. Volgens de meest recente gegevens (ik baseer me daarbij op informatie van Chabibulla Abdusamatow, Chef van het Ruimteonderzoekslaboratorium van het Observatorium Pulkowo) is het hoogtepunt van de opwarming reeds voorbij en zal nu vrij snel, in het jaar 2012 een duidelijke afkoeling optreden. Het dieptepunt van de zonneactiviteit, die met een duidelijke daling van de temperatuur gepaard zal gaan kan tegen het jaar 2041 verwacht worden. Het koele klimaat zal minstens 50 of 60 jaar aan houden.
De milieudeskundigen zijn het niet met me eens, zij verdedigen de theorie van de zogenaamde ‘broeikasgassen'. Deze gassen, waaronder kooldioxide, zouden de atmosfeer opwarmen en daardoor de warmte op het aardoppervlak vasthouden. Dat idee werd aan het eind van de 19e eeuw door fysisch chemicus en Nobelprijswinnaar Svante Arrhenius gelanceerd en sindsdien goedgelovig, zonder serieus onderzoek geaccepteerd. Deze opvatting heerst ook in onze tijd en beïnvloedt alle beslissingen en documenten van grote internationale organisaties, zoals het Kyoto-Protocol, de raamconventie van de UN die door bijna 150 landen werd ondertekend. Het is een goed voorbeeld van hoe een wetenschappelijke hypothese geleidelijk in de politiek en de economie verzeild kan raken. Degenen die het Kyoto-Protocol hebben opgesteld en bepleit gingen van verkeerde ideeën uit. Daarom moeten regeringen van industrielanden nu enorme sommen gelds voor de bestrijding van de antropogene belasting van de atmosfeer uitgeven. In hoeverre is dat alles gerechtvaardigd? Strijden we tegen windmolens?
Of het ‘broeikaseffect' verantwoordelijk is voor de stijging van de temperatuur is betwijfelbaar, in ieder geval wetenschappelijk niet bewezen. Het klassieke scenario van een ‘broeikas-opwarming' is al te simpel, als verklaring voor de stand van zaken. In werkelijkheid spelen zich in de atmosfeer zeer ingewikkelde processen af, vooral in de dichtere lagen. Zo wordt de warmte in de ruimte niet zozeer verstraald, maar veel meer van luchtmassa op luchtmassa overgedragen, en dat is een heel ander mechanisme dat geen mondiale opwarming tot gevolg kan hebben.
De onafhankelijkheid van de temperatuur van de Troposfeer (de volgende en dichtste atmosfeerlaag) van de concentratie broeikasgassen is niet alleen theoretisch bewezen maar ook
empirisch bevestigd. Een analyse van de monsters van de Antarctische ijslaag (de monsters werden vanuit het Russische poolstation Wostok genomen) heeft de principiële samenhang tussen parameters als de concentratie koolzuurgas in de atmosfeer en verandering van temperatuur niet tegengesproken. Daarbij moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen oorzaak en gevolg.
Het is duidelijk geworden dat de curve van de temperatuurwisselingen altijd voorliep op de verandering van de CO2-concentratie. De stijging van de temperatuur vindt eerst plaats. De warmte doordringt het oceaanoppervlak - het belangrijkste depot van koolzuur (60-90 keer meer dan de atmosfeer bevat) - en het „Sekteffekt" treedt op! Champagne spuit uit een warme fles, in een koude fles blijft het gas rustig.
Met de stijging van de temperatuur ademt de oceaan meer koolzuurgas uit. De concentratie daarvan in de atmosfeer neemt dan toe. Dat versterkt de antropogene factor die niet geheel ontkend kan worden maar waarvan het aandeel zeer klein is en zogezegd nog geen zomer maakt. Hoe dan ook zal de temperatuur van de aarde bij de huidige industriële uitstoot van 5-7 miljard ton CO2 per jaar niet veranderen tot het jaar 2100. Zelfs als de concentratie broeikasgassen verdubbelt zou de mens het niet kunnen waarnemen.
Koolzuurgas heeft niet alleen geen slechte invloed op het klimaat, maar is zelfs nuttig, het fungeert als ‘brood' voor planten, voor de ontwikkeling van het leven op aarde.
Daarvan getuigt onder andere de Groene Revolutie, een snelle algemene stijging van de productiviteit van de landbouw in het midden van de 20e eeuw. De bewering dat er een direct verband is tussen de opbrengsten (van de landbouw) en de hoeveelheid CO2 in de lucht is in vele experimenten bevestigd.
De invloed van koolzuur komt niet in klimaatverandering tot uitdrukking maar veel meer in het weer. CO2 absorbeert infraroodstraling - dat is een feit. Aangenomen dat de
lucht (in die dicht bij de aarde liggende lagen) zich door de absorbering van de infraroodstraling heeft opgewarmd, dan wordt de stralingsenergie omgezet in bewegingsenergie. Hierdoor zet de lucht uit en daarna verdwijnt dit volume. Het stijgt op naar de stratosfeer en daarvandaan komen weer koude luchtstromen naar beneden, de luchtlagen vermengen zich. De temperatuur verandert feitelijk niet, maar de weerscirculatie, cyclonen en anticyclonen, bewegen sneller. Dat is ook de verklaring van natuurverschijnselen zoals
orkanen, stormen, tornado's enz. Hun intensiteit kan beïnvloed worden door het CO2 gehalte van de lucht, zodat een reductie van dat gehalte wel enig effect kan hebben bij de bestrijding van deze natuurrampen.
Maar het CO2 heeft niets van doen met de wereldtemperatuur. Alleen al omdat de zon vele duizenden malen meer energie naar de aarde stuurt dan wat mensen zelf produceren. Daarom betekent de antropogene uitstoot voor de natuur weinig meer dan een muggenbeet voor de mens.
In principe kan op aarde helemaal geen ‘temperatuurramp' plaatsvinden. Van alle planeten in het zonnestelsel heeft alleen de aarde een atmosfeer die een klimaat mogelijk maakt waarin zich hoger leven kan ontwikkelen. Dit komt door een gunstige samenloop van omstandigheden: doordat de zon een ‘rustige' ster is, doordat de aarde op een optimale afstand van de zon ligt, doordat de aarde een grote satelliet heeft enzovoort. Het comfortabele klimaat op onze planeet is mede ontwikkeld dankzij terugkoppelingen tussen de evolutie van het leven en de ontwikkeling van de atmosfeer.
Deze regulerende terugkoppelingen zijn veelvoudig en de belangrijkste is het albedo (het weerkaatsend vermogen van de aarde), wat een soort thermostaat is voor het warmteregiem van de aarde. Er van uitgaande dat het warmer is geworden, dan betekent dat dat de verdamping van de oceanen toeneemt, dat er meer wolken komen die de zonnestraling tegenhouden en de temperatuurstijging wordt tegengehouden - en omgekeerd.
Wat zou een verstandige benadering van het klimaatsprobleem inhouden? De door de natuur gedicteerde gegevens rustig en pragmatisch analyseren. Men moet zich niet door het ‘snelle' smelten van het poolijs en het verdwijnen daarvan in een paniektoestand laten brengen. Terzijde: de poolonderzoekers beweren dat de ijskappen van de Noord en de Zuidpool juist sterker worden. In het perspectief van de toekomst gaat de aarde naar een nieuwe ijstijd toe, die zoals fysisch-mathematische berekeningen laten zien heviger
zal zijn als in het verleden, Europa zal dichtvriezen en gletsjers zullen ook ten zuiden van Moskou voorkomen. Maar dat duurt nog wel 100.000 jaar.
Nu wil ik graag de Europeanen geruststellen dat de Golfstroom slechts in een geval zijn route kan veranderen, en dat is als door een wonder zijn energie wordt weggenomen en
hij niet meer voldoende kracht heeft om in het noorden uit te komen. De natuur zal zoiets nauwelijks toelaten.
——
Prof. Dr. rer.
nat. Oleg Sorochtin, werkt op het Instituut voor Oceanografie van de Russische Academie van Wetenschappen en is gewoon lid van de Russische Academie voor de Natuurwetenschappen. Hij heeft meer dan 300 artikelen, negen monografieën en verscheidene boeken geschreven. Het laatste daarvan „Die Evolution und die Prognose globaler Klimawandlungen der Erde" - verscheen in 2006. Sorochtin heeft de titel „Verdienstelijke wetenschapper van de Russische federatie' ontvangen. Hij deed aan meerdere pool en oceaan-expedities deel en houdt zich vooral bezig met de ontwikkeling van de aarde, de oceanen en het klimaat.
We hebben hier nu al veel topics over het broeikast effect, het vergaan van de wereld etc.
Na een onderzoek door grote onderzoekers van onder andere Rusland is gebleken dat er helemaal geen einde aan de wereld komt en in 2012 er ook niks met het broeikast effect gaat gebeuren zoals ontploffen of te warm worden. Het gaat enkel afkoelen. Dit probleem is namelijk al bezig vanaf de 17de eeuw. Ik laat het woord over aan de experts hiervoor:
'Alle wetenschappers zijn het eens', het is één van de belangrijkste - vooral intimiderend bedoelde - argumenten om mensen te overtuigen van de ernst van het klimaatprobleem. Het is echter een argument dat niks zegt (wetenschap is geen democratie), en het is simpelweg niet waar. Een mooi voorbeeld komt uit Rusland waar diverse topwetenschappers, sommigen lid van het IPCC in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk maken dat wat hen betreft de westerlingen zich druk maken om niks. We hebben een serie van enkele artikelen van of over die wetenschappers. We beginnen met een artikel van professor Oleg Sorochtin, van het Instituut voor Oceanografie van de Russische Academie van Wetenschappen dat hij op 9 oktober publiceerde via het persbureau Ria Novosti. 'Mijn duidelijke advies luidt: ‘Koop maar een stel goede viltlaarzen'.
Mijn duidelijke advies luidt: ‘Koop maar een stel goede viltlaarzen'. We beleven nu het hoogtepunt van een voorbijgaande warme periode van het klimaat, die in de 17e eeuw begonnen is toen van een menselijke invloed door de uitstoot van broeikasgassen nog geen sprake was.
De stijging van de temperatuur is uitdrukkelijk van een natuurlijke oorsprong en niet afhankelijk van het broeikaseffect en broeikasgassen. De werkelijke oorzaak van de klimaatverandering zit in de ongelijkmatigheid van de zonnestraling, in de ‘precessie' (verandering van de draaias) van de aarde, in de instabiliteit van oceaanstromen, in fluctuaties van het zoutgehalte van het oppervlaktewater van de Poolzee en andere zaken. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn de zonneactiviteit en de kracht van het licht. Hoe hoger deze zijn, des te hoger de temperatuur.
De astrofysici die de zonneactiviteit observeren hebben twee cycli vastgesteld: één van elf en één van 200 jaar. Beide cycli worden door veranderingen in de diameter van de zon en de omvang van het stralende oppervlak ervan bepaald. Volgens de meest recente gegevens (ik baseer me daarbij op informatie van Chabibulla Abdusamatow, Chef van het Ruimteonderzoekslaboratorium van het Observatorium Pulkowo) is het hoogtepunt van de opwarming reeds voorbij en zal nu vrij snel, in het jaar 2012 een duidelijke afkoeling optreden. Het dieptepunt van de zonneactiviteit, die met een duidelijke daling van de temperatuur gepaard zal gaan kan tegen het jaar 2041 verwacht worden. Het koele klimaat zal minstens 50 of 60 jaar aan houden.
De milieudeskundigen zijn het niet met me eens, zij verdedigen de theorie van de zogenaamde ‘broeikasgassen'. Deze gassen, waaronder kooldioxide, zouden de atmosfeer opwarmen en daardoor de warmte op het aardoppervlak vasthouden. Dat idee werd aan het eind van de 19e eeuw door fysisch chemicus en Nobelprijswinnaar Svante Arrhenius gelanceerd en sindsdien goedgelovig, zonder serieus onderzoek geaccepteerd. Deze opvatting heerst ook in onze tijd en beïnvloedt alle beslissingen en documenten van grote internationale organisaties, zoals het Kyoto-Protocol, de raamconventie van de UN die door bijna 150 landen werd ondertekend. Het is een goed voorbeeld van hoe een wetenschappelijke hypothese geleidelijk in de politiek en de economie verzeild kan raken. Degenen die het Kyoto-Protocol hebben opgesteld en bepleit gingen van verkeerde ideeën uit. Daarom moeten regeringen van industrielanden nu enorme sommen gelds voor de bestrijding van de antropogene belasting van de atmosfeer uitgeven. In hoeverre is dat alles gerechtvaardigd? Strijden we tegen windmolens?
Of het ‘broeikaseffect' verantwoordelijk is voor de stijging van de temperatuur is betwijfelbaar, in ieder geval wetenschappelijk niet bewezen. Het klassieke scenario van een ‘broeikas-opwarming' is al te simpel, als verklaring voor de stand van zaken. In werkelijkheid spelen zich in de atmosfeer zeer ingewikkelde processen af, vooral in de dichtere lagen. Zo wordt de warmte in de ruimte niet zozeer verstraald, maar veel meer van luchtmassa op luchtmassa overgedragen, en dat is een heel ander mechanisme dat geen mondiale opwarming tot gevolg kan hebben.
De onafhankelijkheid van de temperatuur van de Troposfeer (de volgende en dichtste atmosfeerlaag) van de concentratie broeikasgassen is niet alleen theoretisch bewezen maar ook
empirisch bevestigd. Een analyse van de monsters van de Antarctische ijslaag (de monsters werden vanuit het Russische poolstation Wostok genomen) heeft de principiële samenhang tussen parameters als de concentratie koolzuurgas in de atmosfeer en verandering van temperatuur niet tegengesproken. Daarbij moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen oorzaak en gevolg.
Het is duidelijk geworden dat de curve van de temperatuurwisselingen altijd voorliep op de verandering van de CO2-concentratie. De stijging van de temperatuur vindt eerst plaats. De warmte doordringt het oceaanoppervlak - het belangrijkste depot van koolzuur (60-90 keer meer dan de atmosfeer bevat) - en het „Sekteffekt" treedt op! Champagne spuit uit een warme fles, in een koude fles blijft het gas rustig.
Met de stijging van de temperatuur ademt de oceaan meer koolzuurgas uit. De concentratie daarvan in de atmosfeer neemt dan toe. Dat versterkt de antropogene factor die niet geheel ontkend kan worden maar waarvan het aandeel zeer klein is en zogezegd nog geen zomer maakt. Hoe dan ook zal de temperatuur van de aarde bij de huidige industriële uitstoot van 5-7 miljard ton CO2 per jaar niet veranderen tot het jaar 2100. Zelfs als de concentratie broeikasgassen verdubbelt zou de mens het niet kunnen waarnemen.
Koolzuurgas heeft niet alleen geen slechte invloed op het klimaat, maar is zelfs nuttig, het fungeert als ‘brood' voor planten, voor de ontwikkeling van het leven op aarde.
Daarvan getuigt onder andere de Groene Revolutie, een snelle algemene stijging van de productiviteit van de landbouw in het midden van de 20e eeuw. De bewering dat er een direct verband is tussen de opbrengsten (van de landbouw) en de hoeveelheid CO2 in de lucht is in vele experimenten bevestigd.
De invloed van koolzuur komt niet in klimaatverandering tot uitdrukking maar veel meer in het weer. CO2 absorbeert infraroodstraling - dat is een feit. Aangenomen dat de
lucht (in die dicht bij de aarde liggende lagen) zich door de absorbering van de infraroodstraling heeft opgewarmd, dan wordt de stralingsenergie omgezet in bewegingsenergie. Hierdoor zet de lucht uit en daarna verdwijnt dit volume. Het stijgt op naar de stratosfeer en daarvandaan komen weer koude luchtstromen naar beneden, de luchtlagen vermengen zich. De temperatuur verandert feitelijk niet, maar de weerscirculatie, cyclonen en anticyclonen, bewegen sneller. Dat is ook de verklaring van natuurverschijnselen zoals
orkanen, stormen, tornado's enz. Hun intensiteit kan beïnvloed worden door het CO2 gehalte van de lucht, zodat een reductie van dat gehalte wel enig effect kan hebben bij de bestrijding van deze natuurrampen.
Maar het CO2 heeft niets van doen met de wereldtemperatuur. Alleen al omdat de zon vele duizenden malen meer energie naar de aarde stuurt dan wat mensen zelf produceren. Daarom betekent de antropogene uitstoot voor de natuur weinig meer dan een muggenbeet voor de mens.
In principe kan op aarde helemaal geen ‘temperatuurramp' plaatsvinden. Van alle planeten in het zonnestelsel heeft alleen de aarde een atmosfeer die een klimaat mogelijk maakt waarin zich hoger leven kan ontwikkelen. Dit komt door een gunstige samenloop van omstandigheden: doordat de zon een ‘rustige' ster is, doordat de aarde op een optimale afstand van de zon ligt, doordat de aarde een grote satelliet heeft enzovoort. Het comfortabele klimaat op onze planeet is mede ontwikkeld dankzij terugkoppelingen tussen de evolutie van het leven en de ontwikkeling van de atmosfeer.
Deze regulerende terugkoppelingen zijn veelvoudig en de belangrijkste is het albedo (het weerkaatsend vermogen van de aarde), wat een soort thermostaat is voor het warmteregiem van de aarde. Er van uitgaande dat het warmer is geworden, dan betekent dat dat de verdamping van de oceanen toeneemt, dat er meer wolken komen die de zonnestraling tegenhouden en de temperatuurstijging wordt tegengehouden - en omgekeerd.
Wat zou een verstandige benadering van het klimaatsprobleem inhouden? De door de natuur gedicteerde gegevens rustig en pragmatisch analyseren. Men moet zich niet door het ‘snelle' smelten van het poolijs en het verdwijnen daarvan in een paniektoestand laten brengen. Terzijde: de poolonderzoekers beweren dat de ijskappen van de Noord en de Zuidpool juist sterker worden. In het perspectief van de toekomst gaat de aarde naar een nieuwe ijstijd toe, die zoals fysisch-mathematische berekeningen laten zien heviger
zal zijn als in het verleden, Europa zal dichtvriezen en gletsjers zullen ook ten zuiden van Moskou voorkomen. Maar dat duurt nog wel 100.000 jaar.
Nu wil ik graag de Europeanen geruststellen dat de Golfstroom slechts in een geval zijn route kan veranderen, en dat is als door een wonder zijn energie wordt weggenomen en
hij niet meer voldoende kracht heeft om in het noorden uit te komen. De natuur zal zoiets nauwelijks toelaten.
——
Prof. Dr. rer.
nat. Oleg Sorochtin, werkt op het Instituut voor Oceanografie van de Russische Academie van Wetenschappen en is gewoon lid van de Russische Academie voor de Natuurwetenschappen. Hij heeft meer dan 300 artikelen, negen monografieën en verscheidene boeken geschreven. Het laatste daarvan „Die Evolution und die Prognose globaler Klimawandlungen der Erde" - verscheen in 2006. Sorochtin heeft de titel „Verdienstelijke wetenschapper van de Russische federatie' ontvangen. Hij deed aan meerdere pool en oceaan-expedities deel en houdt zich vooral bezig met de ontwikkeling van de aarde, de oceanen en het klimaat.
Bron: Klik hier