Nemaye spasybi
Idiotie is nooit ver weg. Je hoeft enkel in de spiegel te kijken. Soms laat het zich echter zien op plekken die je niet verwacht. Of, ik moet mijzelf even corrigeren, plekken die je wel verwacht, alleen hoop je in al je naïviteit dat er het er eens lekker niet is, terwijl je in je hoofd weet dat het onvermijdelijk is. Zo'n soort stompzinnigheid vond plaats bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne. Geloof me, ik ben absoluut niet van de hamer en de sikkel, maar dit is toch belachelijk? 40 miljoen euro aan kosten voor dit referendum. 40 miljoen! Om het even in PVV-taal uit te drukken: 40 miljoen euro aan belastinggeld.
Gelukkig werd enkele uitgedeelde subsidies goed besteed. Alles om ervoor te zorgen dat de, zo dacht men, welwillende burger een rondje rood zou kleuren van zijn of haar keuze - maar welk rondje, daar dacht het nee- en ja-kamp natuurlijk verschillend over. Zoals de aarde de hemel echter scheidt van de hel, zo scheidde het neutrale kamp de ja-knikkertjes van de nee-schuddertjes. De opkomstpercentages liegen niet over de grote winnaar van deze sof, of moet ik zeggen: verliezers. Voor wie had gedacht strategisch te stemmen moet het een teleurstelling zijn geweest. Als één van de dik 8,5 miljoen stemgerechtigden thuisblijven en vervolgens de 'tegenpartij' te zien winnen - congratulations, you played yourself. Of juist niet natuurlijk: het ligt er maar net aan wat je voorkeur is en was.
Zelf heb ik wel gestemd. Een beetje onwennig was het, stemmen, maar het is mij gelukt. Uiteindelijk heb ik een beslissing kunnen maken. Achteraf dacht ik: had ik nou maar niet gestemd. Was ik maar lekker thuisgebleven, sippend aan mijn Jägermeister, Chileense wijn of Amstel Radler (het is maar in welke sociale klasse je mij voorstelt), kijkend naar de avondzon wiens stralen neerschenen op het wandelende wolkendek. Natuurlijk keek ik met een schuin (blauw) oog naar NPO 1 en zag het nee-kamp winnen. Diep van binnen, in het plekje wat men altijd bezingt, hoopte ik dat het nee-kamp de mond werd gesnoerd met een overwinning van het ja-kamp. Onmogelijk, zo dacht ik vooraf, zo bleek het achteraf. Al wilt iedereen toch €40 miljoen betalen om kakelende kippetjes neer te zien gaan die het rondje wat je moest inkleuren steevast een "hokje" noemden? Wat een geluk dat ze überhaupt in staat waren om met het rode potlood te friemelen, want, zoals iedereen weet, één kilo zaagsel weegt minder dan één kilo hersenen.
Weken voor het referendum vervloekte ik nog iedereen die niet zei te gaan stemmen voor het referendum - we leven in een democratie, 't is je goed recht om te gaan stemmen, en als je niet stemt moet je vooral je mond dicht houden. Maar anderzijds krijg ik steeds meer het gevoel dat het een test was. Een test voor de democratie. Moeten we dit nou op regelmatige basis willen? Het zal toch niet zou zijn dat dit referendum een (hele bittere) aperitief lijkt voor wat er in de toekomst komen gaat? Want als dik 8,5 miljoen stemgerechtigden thuis blijven, dit hele referendum 40 miljoen euro kost, er zich dubieuze subsidies en -praktijken voordoen en ik op NPO 1 (nog steeds met een schuin, blauw oog) Thierry Baudet zie roepen dat deze referendumuitslag een "overwinning voor de democratie" is en iedereen aan de bar uitnodigt, denk ik: OK man, maybe you just played yourself. Maar enkel voor deze ene keer.
8 reacties
Recommended Comments