Antwoorden Paaseditie van vorige week!
Allereerst de uitslag: Hartstikke leuk dat sommigen alle paaseitjes gezocht hebben, maar die prijs (een heuse 'windei') was eigenlijk als grap bedoeld. Jullie kennen allemaal vast wel het spreekwoord: “Dat zal geen windeieren leggen.” Een windei is dus eigenlijk iets waar je helemaal niets aan hebt, en de grap was dan ook dat je dat dan kon winnen: iets waar je helemaal niks aan hebt.
Echter kan het begrijp windei ook anders opgevat worden. Dit was totaal niet de bedoeling, ik wilde de grap echt overbrengen in de zin van wat ik hierboven heb uitgelegd. Ik wil mijn excuses aanbieden aan degenen die het begrip windei anders opgevat hebben dan dat ik bedoeld had.
En dan nu de verstopte paaseitjes!
-
Rechtsboven de banner vind je het zinnetje: “Jowx speelt dit jaar voor paashaas!” (Selecteer met de linkermuisknop het gedeelte boven de banner, welke dan in blauw gehuld wordt. Nu kan je het zinnetje bekijken!)
-
Houd de cursor van je muis op het rechtse paaseitje naast de titel “Easter Egg”, en er verschijnt een acronym met de tekst: “Wist je dat... SamShine's buikje exponentieel groeit?”
-
Klik op het roze ei onder de tekst, en er verschijnt een afbeelding van de paashaas. De handeling die de paashaas uitvoert moet je maar zelf bekijken (). In ieder geval is “de paashaas ontmaskerd!”
-
Klik op het paasei met de kuikentjes rechtsonder, en je zult een oh zo schattig konijntje te zien krijgen. “DAAAAAAAAAAH!”
En dan gaan we nu verder met een totaal ander onderwerp dan dat we tot nu toe gewend zijn in de Pietje II's Labiele Entertainment. Iets wat hier nog nooit eerder vertoond is. We gaan namelijk terug in de tijd, en wel naar de Middeleeuwen. We gaan het hebben over echte ridderlijkheid. Nee, we gaan niet naar dat saai gezeur over de aillettes en poleyns van die ridders. We gaan het hebben over interessante dingen die je echt wilt weten, over dingen als hellebaarden en halsbrekende toeren. Want aillettes en poleyns zijn gewoon stukken metaal om de schouders en de benen te beschermen. Die stukken roest kun je ook in een museum bekijken. Nee, dan liever de hellebaard, een vlijmscherp soort hakbijl op een lange steel, met een haak om om een ridder van zijn paard af te trekken. Deze hellebaarden werden door de gewone voetsoldaten gebruikt. Wanneer een compleet geharnaste ridder eenmaal op de grond lag, stak de hellebaardier het scherpe uiteinde in een kier tussen twee stukken harnas. En dan maar wrikken totdat hij een lekker zacht stukje riddervlees tegenkwam.
Stel, je bent een armoedzaaier die staat te rillen van de kou en de honger, en je hebt het toevallig wel voor elkaar gekregen om je hellebaard tegen de nek van een rijke dikzak te planten, wat zou je dan doen? Dat is precies waar geschiedenis over zou moeten gaan. Over mensen. Hoe gedroegen ze zich? En wat zou jij doen als je in hun schoenen stond... of liever hun sollerets?
Dit is het verhaal van soldaten die te paard vochten, zeg maar van het jaar 1000 tot ongeveer 1600 na Chr., ruige mannen, robuuste ridders. Mannen die beweerden dat ze hun leiders altijd trouw zouden blijven (ja, ja), beleefd zouden zijn tegen iedereen (maar niet heus) en de zwakken zouden beschermen (maak dat de kat wijs).
Na pakweg 1600 werden met 'ridders' alle mannen en vrouwen bedoeld die speciaal door de koning eer bewezen waren. Ze hoefden de koning niet te dienen met een zwaard en een paard. Trouwens, de meesten konden nog geen drie tellen op een paard blijven zitten. En als je ze een zwaard gaf, lieten ze het op je tenen vallen. Dus na 1600 was het hele riddergedoe ongeveer net zo spannend als een hardloopwedstrijd met slakken.
De komende Pietje II's Labiele Entertaiment-edities gaan we het over de echte stoere ridders hebben. Maar we gaan het ook hebben over hun huizen waar de ridders in woonden en zich naar binnen vochten. Kortom, hun kastelen. Een bungalow in Katwijk aan Zee was niet goed genoeg voor een ridder, oh nee. Hij moest zo nodig een enorm stenen gevaarte bouwen, met griezelige gangen en trotse torens; huiveringwekkende kolossen, met klamme, krappe kerkers om in te kreperen, en kantelen die besmeurd raakten met bloed. Waarom waren ze niet tevreden met een boerderijtje op de Veluwe of in de Ardennen, een appartementje aan de Keizersgracht? Omdat ze dachten dat ze in een kasteel veilig waren! Of was er toch een manier om een kasteel te kraken en de onverschrokken verdedigers eruit te jagen? Dat lees je in de Pietje II's Labiele Entertainment!
Volgende week lees je verder!
Als naslagwerk voor deze informatie is het boek Ruige Ridders en Kille Kastelen van de Waanzinnig om te weten-serie gebruikt. Alle rechten voorbehouden.
1 reactie
Recommended Comments