Jump to content

[VAK] Wiskunde


Recommended Posts

  • Reacties 391
  • Created
  • Laatste reactie

Top Posters In This Topic

  • Mania-92

    37

  • Dutchy3010

    32

  • Grand Theft Auto TOM

    20

  • Mr-Triple-X

    18

  • 4 maanden later...
Geplaatst: (bewerkt)

Lol, al in tijden geen post geplaatst hiero. :clown:

Maar ik heb zelf wel een vraag over 2 paragrafen die me niet echt duidelijk zijn. De docente legt het ook niet zo uit dat ik het begrijp.

We zijn nu bezig met de balans ('Werken met de balans'). Niet zo'n heel moeilijke paragraaf opzich. Maar Er wordt een manier van rekenen gebruikt waarvan ik niks snap. In het voorbeeldblokje wordt de formule 4 × a + 2 = 10 + 2 × a gebruikt.

Daarnaast, in de paragraaf erna ('Links en rechts hetzelfde') zie ik weer bijvoorbeeld een formule zoals deze: 7 × z + 2 = 5 × z + 24.

Kan iemand me beide formules toelichten? Dat zou ik namelijk erg op prijs stellen, aangezien ik voor dinsdag sowieso beide paragrafen af moet hebben.

Bewerkt: door Grand Theft Auto TOM
Geplaatst:

4 × a + 2 = 10 + 2 × a

7 × z + 2 = 5 × z + 24.

4 x a + 2= 10 + 2 x a

is gelijk aan

4a+2= 10 + 2a

eerst haar je de leden weg als je iets rechts weg haalt moet je dat ook links weghalen!

we halen maar 2 leden weg anders zou je in de linkerkant in de min komen

dus:

4a+2= 10 + 2a

4a= 8 + 2a

Nu halen we de a'tjes weg als je iets rechts weg haalt moet je dat ook links weghalen!

We kunnen er maar maximaal 2 weghalen omdat er aan de rechterkant maar 2 zijn

dus:

4a= 8 + 2a

2a=8

nu weet je dat 2a, 8 is.

Hoeveel is nu 1 a?:

2a= 8

om a 2 te krijgen moet je door 2 delen aangezien je 2 a's hebt als je iets deelt moet je dat ook aan de andere kant doen!

2a= 8

:2

a = 4


7 × z + 2 = 5 × z + 24

7z + 2= 5z +24

Ik doe nu even zonder uitleg maar los hem wel op.

7z= 5z + 22

2z= 22

z= 11

Ik hoop dat je het nu een beetje snapt ;)

Geplaatst:

Ik begrijp het nog niet echt, want het is ongeveer zoals onze docente het uitlegde.

Toch zal ik op deze manier proberen de formules te maken (niet nu, geen zin in namelijk). Ik ben al blij dat je in elk geval een uitgebreide uitleg hebt gegeven. :)

Geplaatst:

Wat is er nog wat je niet snapt ik kan je altijd helpen hoor ;), mijn docente zal dan zeggen er is niets meer aan uit te leggen xD maar ik blijf doorgaan tot je het snapt hoor ;) althans ik heb dit jaar dit hoofdstuk had even in het boek gekeken aangezien we zelfde leerjaar doen. Maar we hadden dit vorig jaar.

Geplaatst: (bewerkt)

Ik vind het gewoon een rare manier van rekenen. Helemaal omgekeerd enzo. In de paragraaf ervoor ('De balans') was het simpel. Maar daarna maakten ze het moeilijker. :7

EDIT: Vandaag betere/duidelijkere uitleg erover gehad, waaruit is gebleken dat het een andere manier is dan die jij gebruikt. Voor het voorbeeld heb ik de 2e formule gebruikt.

7 × z + 2 = 5 × z + 24

- 5 × z - 5 × z

2 × z + 2 = 24

- 2 - 2

2 × z = 22

22 / 2 = 11

z = 11

De manier die jij gebruikte, mogen we niet gebruiken. Tenminste, niet met die dingen zoals 7z, of in één keer getallen eraf halen. We moeten het echt in stappen laten zien. :puh:

Bewerkt: door Grand Theft Auto TOM
  • 3 weken later...
Geplaatst: (bewerkt)

Hallo mensen!

Vandaag Wiskunde tentamen gehad, ik snapte alle vragen behalve eentje.. Eh nu ben ik eenmaal dat ik wil weten wat het antwoord op een vraag is als ik er zelf niet uitkom. Nu ben ik samen met een vriendin van me deze som aan het bekijken maar we komen er echt niet uit.. Stond trouwens ook niet eens in mijn wiskunde boek. Maar is het uberhaupt mogelijk om deze vraag op te lossen? Waarschijnlijk wel maar ik ben niet zo goed in wiskunde xD

Oke, een leerling heeft voor een toets een 6,4 gehaald. Ze heeft 20 vragen fout beantwoord, hoeveel vragen heeft ze in totaal gemaakt? Aan de hand van de volgende formule wordt het cijfer berekend C=(54*G)/(5*V) - 0,8

C= Cijfer

G= Aantal goede antwoorden

V= Aantal vragen van de hele toets

Ik kom er echt niet uit.. Alvast heel erg bedankt als iemand me hiermee kan helpen (:

Bewerkt: door Reinier93
Geplaatst:

Oke, een leerling heeft voor een toets een 6,4 gehaald. Ze heeft 20 vragen fout beantwoord, hoeveel vragen heeft ze in totaal gemaakt? Aan de hand van de volgende formule wordt het cijfer berekend C=(54*G)/(5*V) - 0,8

C= Cijfer

G= Aantal goede antwoorden

V= Aantal vragen van de hele toets

We definiëren eerst een nieuwe variabele F := het aantal foute antwoorden. Dan geldt F = V-G

We hebben nu dus 2 vergelijkingen met 2 onbekende, G en V, dus dit is op te lossen.

C=(54*G)/(5*V) - 0,8

F = V-G = 20 <=> G = V - F

Substitutie geeft:

C=(54*G)/(5*V) - 0,8 = (54*(V - F))/(5*V) - 0,8 = (54V-54F)/(5*V) - 0,8

5*V*C = (54V-54F) - 0,8*5*V

5*V*C - 54V + 4V = -54F

V(5*C-54+4) = -54F

V = (-54F)/(5*C-50)

We weten F en C dus die kunnen we invullen:

V = (-54*20)/(5*6,4-50) = -1080/(32-50) = -1080/-18 = 60

Dus de leerling heeft 60 vragen gemaakt. Als je dit soort vraagstukken op wil lossen moet je je realiseren dat om een vraagstuk met x onbekenden op te lossen je x vergelijkingen nodig hebt. We hebben in dit geval 2 onbekenden (G en V) en 1 vergelijking, dus we gaan op zoek naar nog een vergelijking met G en V erin. We weten wel het aantal foute antwoorden en de goede en foute antwoorden samen zijn het totaal aantal vragen. Dus de 2e vergelijking is V = F + G.

Geplaatst:

Oke, een leerling heeft voor een toets een 6,4 gehaald. Ze heeft 20 vragen fout beantwoord, hoeveel vragen heeft ze in totaal gemaakt? Aan de hand van de volgende formule wordt het cijfer berekend C=(54*G)/(5*V) - 0,8

C= Cijfer

G= Aantal goede antwoorden

V= Aantal vragen van de hele toets

We definiëren eerst een nieuwe variabele F := het aantal foute antwoorden. Dan geldt F = V-G

We hebben nu dus 2 vergelijkingen met 2 onbekende, G en V, dus dit is op te lossen.

C=(54*G)/(5*V) - 0,8

F = V-G = 20 <=> G = V - F

Substitutie geeft:

C=(54*G)/(5*V) - 0,8 = (54*(V - F))/(5*V) - 0,8 = (54V-54F)/(5*V) - 0,8

5*V*C = (54V-54F) - 0,8*5*V

5*V*C - 54V + 4V = -54F

V(5*C-54+4) = -54F

V = (-54F)/(5*C-50)

We weten F en C dus die kunnen we invullen:

V = (-54*20)/(5*6,4-50) = -1080/(32-50) = -1080/-18 = 60

Dus de leerling heeft 60 vragen gemaakt. Als je dit soort vraagstukken op wil lossen moet je je realiseren dat om een vraagstuk met x onbekenden op te lossen je x vergelijkingen nodig hebt. We hebben in dit geval 2 onbekenden (G en V) en 1 vergelijking, dus we gaan op zoek naar nog een vergelijking met G en V erin. We weten wel het aantal foute antwoorden en de goede en foute antwoorden samen zijn het totaal aantal vragen. Dus de 2e vergelijking is V = F + G.

Echt enorm bedankt! Hier heb ik veel aan (:

Ik blijf het nog steeds behoorlijk lastig vinden.. ik vraag me af of dit wel een havo 5 vraag is :puh: Omdat niks in mijn boek stond hierover.

Nu maar weer verder leren voor nog 2 examens xD

  • 2 weken later...
Geplaatst:

Vat de parameter op als een constante, bijvoorbeeld 5. En reken er gewoon mee verder zoals je ook met het getal 5 zou doen. Bijvoorbeeld:

fp(x) = 3x+p. Los op fp(x) = 8

3x+p = 8

3x = 8-p

x = (8-p)/3

Geplaatst:

Vat de parameter op als een constante, bijvoorbeeld 5. En reken er gewoon mee verder zoals je ook met het getal 5 zou doen. Bijvoorbeeld:

fp(x) = 3x+p. Los op fp(x) = 8

3x+p = 8

3x = 8-p

x = (8-p)/3

Bedankt ;)

  • 4 weken later...
Geplaatst:

Weet iemand hoe ik de TI-nspire CAS uit examenstand haal? Heb hem morgen nodig op examen en mag niet naar binnen al staat ie al in examen stand. :duh:

Een reactie plaatsen

Je kan nu een reactie plaatsen en pas achteraf registreren. Als je al lid bent, log eerst in om met je eigen account een reactie te plaatsen.

Gast
Op dit onderwerp reageren...

×   Je hebt text geplaatst met opmaak.   Opmaak verwijderen

  Only 75 emoji are allowed.

×   Je link is automatisch ingevoegd.   In plaats daarvan weergeven als link

×   Je vorige bewerkingen zijn hersteld.   Alles verwijderen

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

  • Recent actief   0 leden

    • Er zijn hier geen geregistreerde gebruikers aanwezig.

×
×
  • Create New...