Jump to content

[VAK] Wiskunde


GTA-Sheep

Recommended Posts

  • Reacties 391
  • Created
  • Laatste reactie

Top Posters In This Topic

  • Mania-92

    37

  • Dutchy3010

    32

  • Grand Theft Auto TOM

    20

  • Mr-Triple-X

    18

Google 's op "TI-Nspire exam/test mode".

Het is al gelukt. Even naar vriend toe gereden en hem daar aan zijn rekenmachine gehangen. :)

Wel heb ik een andere vraag. Hoe zie je of F(x) = 0,5x² - 2x -6 een minimum of maximum heeft?

In dit geval zie je dat het een dal parabool is (want 0,5>0) dus logischerwijs heeft het een minimum. In het algemeen gebruik je de 'second derivative test'. Je bepaalt eerst waar de extreme waarde extreme waarde zit, noem dit x0 ofzo.(1x differentiëren en gelijkstellen aan 0). Vervolgens bereken je de 2e afgeleide en vul je x0 in. Krijg je iets < o => maximum, > 0 => minimum.

In jou voorbeeld:

f(x) = 0,5x² - 2x -6

f'(x) = x - 2

f''(x) = 1

Je ziet in dit geval dat f''(x) de constante functie met waarde 1 is, en dat is groter dan 0, dus een minimum.

Link to comment
Delen op andere websites

Google 's op "TI-Nspire exam/test mode".

Het is al gelukt. Even naar vriend toe gereden en hem daar aan zijn rekenmachine gehangen. :)

Wel heb ik een andere vraag. Hoe zie je of F(x) = 0,5x² - 2x -6 een minimum of maximum heeft?

In dit geval zie je dat het een dal parabool is (want 0,5>0) dus logischerwijs heeft het een minimum. In het algemeen gebruik je de 'second derivative test'. Je bepaalt eerst waar de extreme waarde extreme waarde zit, noem dit x0 ofzo.(1x differentiëren en gelijkstellen aan 0). Vervolgens bereken je de 2e afgeleide en vul je x0 in. Krijg je iets < o => maximum, > 0 => minimum.

In jou voorbeeld:

f(x) = 0,5x² - 2x -6

f'(x) = x - 2

f''(x) = 1

Je ziet in dit geval dat f''(x) de constante functie met waarde 1 is, en dat is groter dan 0, dus een minimum.

Bedankt!

Ik heb nog 1 vraag. Ik heb hier het volgende staan:

(X+3 / X - 1) = (2X + 1 / X + 1)

Hoe los ik dit op? ( Excuses voor alle vragen, morgen examen en wil hoog overgaan. :puh:)

Link to comment
Delen op andere websites

Google 's op "TI-Nspire exam/test mode".

Het is al gelukt. Even naar vriend toe gereden en hem daar aan zijn rekenmachine gehangen. :)

Wel heb ik een andere vraag. Hoe zie je of F(x) = 0,5x² - 2x -6 een minimum of maximum heeft?

In dit geval zie je dat het een dal parabool is (want 0,5>0) dus logischerwijs heeft het een minimum. In het algemeen gebruik je de 'second derivative test'. Je bepaalt eerst waar de extreme waarde extreme waarde zit, noem dit x0 ofzo.(1x differentiëren en gelijkstellen aan 0). Vervolgens bereken je de 2e afgeleide en vul je x0 in. Krijg je iets < o => maximum, > 0 => minimum.

In jou voorbeeld:

f(x) = 0,5x² - 2x -6

f'(x) = x - 2

f''(x) = 1

Je ziet in dit geval dat f''(x) de constante functie met waarde 1 is, en dat is groter dan 0, dus een minimum.

Bedankt!

Ik heb nog 1 vraag. Ik heb hier het volgende staan:

(X+3 / X - 1) = (2X + 1 / X + 1)

Hoe los ik dit op? ( Excuses voor alle vragen, morgen examen en wil hoog overgaan. :puh:)

Waarschijnlijk te laat maar ach.

In het algemeen wil je een vergelijking breuk vrij hebben. Dus je begint met het breukvrij maken van deze vergelijking. Dat betekent dat je eerst gaat vermenigvuldigen met x-1:

(X+3) = ((2X + 1)(X-1) / X + 1)

Vervolgens vermenigvuldig je met x+1:

(X+3)(X+1) = (2X+1)(X-1) (dit wordt ook wel kruislings vermenigvuldigen genoemd)

Haakjes uitwerken geeft:

X^2+4X+3 = 2X^2-X-1

x^2-4x-4 = 0

En dit moet je zelf kunnen oplossen verder.

Link to comment
Delen op andere websites

  • 1 maand later...

Iemand die wat kent van bewijzen door middel van volledige inductie?

Wat wil je weten over inductie? Er is vanalles en nog wat over te vertellen. Het idee is dat je een bepaalde uitspraak bewijst voor een minimaal element van een bepaalde verzameling (vaak voor de natuurlijke getallen), je vervolgens aanneemt dat je uitspraak geldt voor n een element van je verzameling, en je dan bewijst dat als de uitspraak voor n geldt, hij ook voor n+1 geldt.

Bijvoorbeeld. Bewijs dat n < 2^n voor alle n een element van de natuurlijke getallen. Je uistpraak wordt dan P(n) voor n<2^n. je minimale element is 0, dus je gaat P(0) bewijzen.

P(0): 0<2^0=1, en 0<1 dus P(0) is waar.

Stel nu dat P(n) geldt (inductieaanname), bewijs dat P(n+1) geldt, maw bewijs dat n+1 < 2^(n+1).

n+1 < 2^n + 2 (want n < 2^n (inductieaanname) en 1 < 2, ik neem hier aan dat je al bewezen hebt of mag aannemen dat a+b<c+d als a<c en b<d)

Dat kunnen we ook schrijven als n+1 < 2^(n+1), dus P(n+1) geldt.

Dus n < 2^n

Link to comment
Delen op andere websites

  • 2 maanden later...

Bump

Weer even een vraag betreffende een paragraaf voor wiskunde waar ik meer moeite voor moet doen dan voor de rest van het hoofdstuk.

We zijn bezig met een hoofdstuk over rekenen met formules. Daar wordt vooral het weghalen van haakjes (verkorten van formules) behandeld. Opzich niet zozeer lastig, maar bij formules waar een minteken in voorkomt, lukt het me niet echt.

Als voorbeeld de volgende formule: o = 8(3 - p). In het boek wordt nergens uitgelegd hoe je zo'n formule korter schrijft. Alleen bij formules waarin een plusteken voorkomt.

Graag zou ik willen weten hoe je soortgelijke formules correct korter schrijft. :)

Link to comment
Delen op andere websites

Als voorbeeld de volgende formule: o = 8(3 - p). In het boek wordt nergens uitgelegd hoe je zo'n formule korter schrijft. Alleen bij formules waarin een plusteken voorkomt.

0 = 8(3 - p)

0 = 24 - 8p

8p = 24

p = 3

Je moet dus gewoon de 8 vermenigvuldigen met 3 & -p.

Wat er eigenlijk dus staat:

-Je moet 8 vermenigvuldigen met +3

-Je moet 8 vermenigvuldigen met -p

Link to comment
Delen op andere websites

Als voorbeeld de volgende formule: o = 8(3 - p). In het boek wordt nergens uitgelegd hoe je zo'n formule korter schrijft. Alleen bij formules waarin een plusteken voorkomt.

0 = 8(3 - p)

0 = 24 - 8p

8p = 24

p = 3

Je moet dus gewoon de 8 vermenigvuldigen met 3 & -p.

Wat er eigenlijk dus staat:

-Je moet 8 vermenigvuldigen met +3

-Je moet 8 vermenigvuldigen met -p

Die formule ziet er wel raar uit zo, hoor. Ik weet namelijk wel hoe je het bij de volgende formule uitrekent, welke toch heel anders wordt berekend dan zoals jij het doet bij de minformule.

o = 7(p + 3) wordt o = 7p + 21

Kan dat dan wel kloppen? Het kan natuurlijk zijn dat ik zelf verkeerd heb uitgelegd wat precies de bedoeling is. :puh:

Oh, even een kleinigheidje: wat jij in het begin van jouw formules hebt staan, hoort een variabele te zijn en geen constante. Ofwel, de 0 moet een o (de letter) zijn. :puh:

Bewerkt: door Grand Theft Auto TOM
Link to comment
Delen op andere websites

Oh, even een kleinigheidje: wat jij in het begin van jouw formules hebt staan, hoort een variabele te zijn en geen constante. Ofwel, de 0 moet een o (de letter) zijn. :puh:

Dat heet herleiden, wat onze beste man deed was de variabel P algebraïsch berekenen.

Bewerkt: door S-te-Fan
Link to comment
Delen op andere websites

  • 10 maanden later...

Een reactie plaatsen

Je kan nu een reactie plaatsen en pas achteraf registreren. Als je al lid bent, log eerst in om met je eigen account een reactie te plaatsen.

Gast
Op dit onderwerp reageren...

×   Je hebt text geplaatst met opmaak.   Opmaak verwijderen

  Only 75 emoji are allowed.

×   Je link is automatisch ingevoegd.   In plaats daarvan weergeven als link

×   Je vorige bewerkingen zijn hersteld.   Alles verwijderen

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

  • Recent actief   0 leden

    • Er zijn hier geen geregistreerde gebruikers aanwezig.

×
×
  • Create New...