Editie 449 - Max columnt
Beyond Good and Evil - I
Dag luitjes,
Ik ben terug! Zoals je in mijn ander blogartikel misschien gelezen had, heb ik een lange periode van afwezigheid gehad hier het laatste half jaar, en ook mijn werk bij de OWN moest dat ontgelden. Maar sedert deze week, of net sinds twee dagen, ben ik terug. Ik was de weg kwijt, de straatverlichting miste in een eindeloze weg die ik doorkruiste op een stormachtige nacht. Maar niet al te lang geleden bedacht ik me iets.
Het was een woensdag. School startte om kwart voor 11, met een beetje geluk zou ik nog op tijd zijn voor de les. Ik fietste weg om 10 voor half, eigenlijk net te laat. Door de regen en de wind trapte ik me een ongeluk en twee minuten voor Geschiedenis begon kwam ik aan op de 4e verdieping, drijfnat. Ik hing vlug mijn jas aan de kapstok en nam plaats bij de verwarming, die de docent wat omhoog had gedraaid zodat ik me kon warmen. "Goed dat je er bent, Max. Ik had het je niet nagedaan, door dat kloteweer te fietsen, haha". Met een kleine glimlach en een knik is de boodschap duidelijk. Het was al een flink paar maanden geleden, maar bij elke simpele gedachte terug donderde het in mijn hartstreek. De leraar opende een PowerPoint over het begin van de Koude Oorlog, en de bouw van de Muur. Mijn gedachten glipten al weg toen ik mijn telefoon erbij pakte en WhatsApp opende. Ik staarde even naar haar contactinfo, waar drukte hem weer weg en dacht terug aan een praatje dat ik met een goede vriend gehad had. Hij vertelde me hoe hij zich voelde nadat zijn beste vriendin zelfmoord had gepleegd, maar dat ook hij daar nu overheen was en het hem sterker had gemaakt.
"Jullie hebben goed gewerkt, ik zie jullie vrijdag". De presentatie en de les waren afgelopen. Kut! Nu heb ik helemaal niks van die presentatie meegekregen. Mijn aantekenschrift was leeg, alsof het net gekocht was. Een beetje verduft groette ik mijn docent en nam plaats op een bankje bij het trappenhuis. De storm was tot bedaren gekomen en er was een breuk ontstaan in het wolkendek, waaruit zonlicht scheen. Net toen ik me in in wanhoop afvroeg hoelang de dag nog zou duren, scheen er een flinke hoop zonnestralen recht in mijn bakkes. In eerste instantie vervloekte in het plotselinge licht, ik was totaal niet aan het opletten en opeens brandden mijn netvliezen harder dan het brood dat ik die dag had laten affikken omdat ik niet aan het opletten was in de keuken.
Het negatieve gevoel, de mantel van wanhoop en donkerte viel met een klap van me af. "Er gaat een tijd komen waar ook ik deze wereld ga verlaten, mijn tijd is maar beperkt. Waarom zou ik die tijd besteden met verdrietig en verdwaalt zijn? Ik heb nog zoveel te doen, te zien en te ontdekken!" Een plotselinge warmte schoot omhoog in mijn borst en armen, en een glimlach groeide op mijn gezicht. Met een vlugge beweging vatte ik mijn zonnebril uit de binnenzak van mijn zwarte jas, en nam eens goed plaats op het bankje waar nog niemand zat. Best cool, nu ik er aan terugdenk.
0 reacties
Recommended Comments
Er zijn geen reacties om weer te geven.