Jump to content

[VAK] Wiskunde


GTA-Sheep

Recommended Posts

*BUMP*

Nog een vraagje: aan het begin van het jaar moest ik een kompasroos hebben, maar het probleem is (en was) dat ik die helemaal nergens kon vinden. Toen ik ernaar vroeg in verscheidene winkels zeiden ze elke keer: "Een kompasroos? Wat is dat?"... :7

Toevallig gaat het hoofdstuk waarmee we nu bezig zijn over 'Hoeken' en hebben we een kompasroos nodig. Weet iemand die nog ergens te vinden? Op school hebben we die wel, maar da's ook stom om die elke keer te gaan gebruiken... Het is niet een groots probleem, maar ik vind het wel fijn als ik er tenminste één heb. :puh:

Waarom neem je niet gewoon een geodriehoek? Is op genoeg plaatsen te krijgen en werkt prima.

Ik had de vraag al eerder gesteld en daar antwoordden ze hetzelfde op, maar ik snap niet precies hoe je dan zo precies kunt meten enzo... :7

@Hierboven: kan je die dan niet kopen in de winkel? Want ik heb z.s.m. een kompasroos nodig en met bestellen duurt dat erin en eruit... :7

Bewerkt: door Grand Theft Auto TOM
Link to comment
Delen op andere websites

  • 1 maand later...
  • Reacties 391
  • Created
  • Laatste reactie

Top Posters In This Topic

  • Mania-92

    37

  • Dutchy3010

    32

  • Grand Theft Auto TOM

    20

  • Mr-Triple-X

    18

Hey,

het lijkt misschien een stomme vraag maar kan iemand me uitleggen hoe het komt dat de som van de hoeken van elke driehoek 360° is?

Ik snap daar echt niets van, had ook 59 voor m'n wiskunde :7

Allereers, de som is niet 360°, maar 180°.

Het duidelijkste bewijs vind ik nog altijd dit:

driehoek.jpg

C123=180° (rechte lijn)

A1=C1(Z-hoek)

B1=C3(Z-hoek)

C2=C2

(C1+C2+C3=180°)

A1+B1+C2=180°

ΔABC=180°

EDIT: Yeah! Een keer eerder :bonk:

Bewerkt: door RoL0
Link to comment
Delen op andere websites

Hey,

het lijkt misschien een stomme vraag maar kan iemand me uitleggen hoe het komt dat de som van de hoeken van elke driehoek 360° is?

Ik snap daar echt niets van, had ook 59 voor m'n wiskunde :7

[edit] Iets te laat, post hierboven komt op hetzelfde neer.

Het is 180°. En het is ook vrij gemakkelijk te bewijzen, dat konden de oude grieken al.

Bewijs:

post-899-1280931817,89.jpg

A = C1 (Z-hoeken)

B = C3 (Z-hoeken)

Ook geldt C1 + C2 + C3 = 180° (gestrekte hoek)

Dus: A + C2 + B = 180°

Bewerkt: door Mania-92
Link to comment
Delen op andere websites

  • 2 weken later...
  • 4 weken later...

Ik heb een vraag. In mijn tekstboek staat:

Bij f(x) = ax + 1 kun je verschillende getallen voor de parameter a invullen. Er ontstaat zo een familie van functies met een bijbehorende bundel van grafieken.

Voorbeeld:

Gegeven is de familie van functies f(x) = ax².

Voor a = 1 krijg je f(x) = x².

Voor a = ¼ krijg je f(x) = ¼x².

Voor a = -½ krijg je f(x) = -½x².

Voor a = -2 krijg je f(x) = -2x².

De bijbehorende bundel van grafieken staat hiernaast.

Oke, de grafieken kan ik hier dus niet afbeelden, maar degenen die dit snappen zullen waarschijnlijk ook wel weten hoe de grafiek eruit moet zien. Als ik dan naar de formules kijk met bijbehorende grafiek, zie ik het verband tussen de grafieken in het assenstelsel en de bijbehorende formules (kijk in de quote). Wie kan mij uitleggen hoe dit precies in z'n werk gaat?

Wiskundeboek: 9e editie Moderne wiskunde vwo deel 3A

Link to comment
Delen op andere websites

Oke, de grafieken kan ik hier dus niet afbeelden, maar degenen die dit snappen zullen waarschijnlijk ook wel weten hoe de grafiek eruit moet zien. Als ik dan naar de formules kijk met bijbehorende grafiek, zie ik het verband tussen de grafieken in het assenstelsel en de bijbehorende formules (kijk in de quote). Wie kan mij uitleggen hoe dit precies in z'n werk gaat?

Ik veronderstel dat je bedoeld dat je het verband niet ziet.

De functies die je neerzette zijn 2de graadsvergelijkingen.

Het functievoorschrift van een 2de graadsvergelijking is f(x)= ax²+bx+c

Het teken dat voor a staat bepaald of het om een berg- of dalparabool gaat. Dus als a positief is gaat de parabool van linksboven naar rechtsboven.

Als je x=0 dan vind je de snijpunten met de y-as (y = a0²+b0+c). En stel de y=0 dan vind je de snijpunten met de x-as (0=ax²+bx+c). Voor dit laatste moet je wel eerst de discriminant berekenen en vervolgens x1 en x2 als D>0. x1 en x2 zijn dan de snijpunten met de x-as.

Als D<0 heeft de vergelijking geen reele oplossingen. De parabool ligt ofwel volledig boven de x-as, ofwel volledig onder de x-as.

Is D=0 dan heeft de vergelijking maar één oplossing. De parabool raakt dan de x-as in één punt.

Dus voor y=x²: -Het is een dalparabool

-Het snijpunt met de y-as is nul

-Het snijpunt met de x-as is nul

Voor y=-2x²: -Het is een bergparabool

-Het snjpunt met de y-as is nul

-Het snijpunt met de x-as is nul

Link to comment
Delen op andere websites

Oke, de grafieken kan ik hier dus niet afbeelden, maar degenen die dit snappen zullen waarschijnlijk ook wel weten hoe de grafiek eruit moet zien. Als ik dan naar de formules kijk met bijbehorende grafiek, zie ik het verband tussen de grafieken in het assenstelsel en de bijbehorende formules (kijk in de quote). Wie kan mij uitleggen hoe dit precies in z'n werk gaat?

Ik veronderstel dat je bedoeld dat je het verband niet ziet.

De functies die je neerzette zijn 2de graadsvergelijkingen.

Het functievoorschrift van een 2de graadsvergelijking is f(x)= ax²+bx+c

Het teken dat voor a staat bepaald of het om een berg- of dalparabool gaat. Dus als a positief is gaat de parabool van linksboven naar rechtsboven.

Als je x=0 dan vind je de snijpunten met de y-as (y = a0²+b0+c). En stel de y=0 dan vind je de snijpunten met de x-as (0=ax²+bx+c). Voor dit laatste moet je wel eerst de discriminant berekenen en vervolgens x1 en x2 als D>0. x1 en x2 zijn dan de snijpunten met de x-as.

Als D<0 heeft de vergelijking geen reele oplossingen. De parabool ligt ofwel volledig boven de x-as, ofwel volledig onder de x-as.

Is D=0 dan heeft de vergelijking maar één oplossing. De parabool raakt dan de x-as in één punt.

Dus voor y=x²: -Het is een dalparabool

-Het snijpunt met de y-as is nul

-Het snijpunt met de x-as is nul

Voor y=-2x²: -Het is een bergparabool

-Het snjpunt met de y-as is nul

-Het snijpunt met de x-as is nul

Mijn fout inderdaad. Ik zag het verband dus niet. Maar ik heb het nog eens aan mijn wiskundedocent nagevraagd vandaag en wat blijkt; de grafieken in het boek waren verkeerd afgebeeld, het lag dus niet aan mij. Al met al wil ik je toch bedanken voor de hulp. :)

Link to comment
Delen op andere websites

Vraag:

Gegeven is de formule y = 0' date='25x²-1.

[..'] b. Welke van de volgende punten liggen op de grafiek?

Ligt je antwoord toe met berekeningen.

B(7:11,25) , C(10;23,75) , D(-15;55,25)

Kan iemand mij deze vraag uitleggen? Bij voorbaat dank.

Bewerkt: door Cabyon
Link to comment
Delen op andere websites

Even snel een vraagje over interval en intervalnotatie. In mijn wiskunde boek staan 3 getallenlijnen aangegeven.

Getallenlijn 1.

Op deze getallenlijn zijn de getallen die gelijk aan of kleiner dan -3 zijn in het rood aangegeven.

Getallenlijn 2.

Op deze getallenlijn zijn de getallen die gelijk aan of groter dan -2 zijn tot 4 in het rood aangegeven (4 zelf doet niet mee)

Getallenlijn 3.

Op deze getallenlijn zijn de getallen groter dan 1 in het rood aangegeven.

Hoewel de theorie vrij duidelijk is, snap ik jammer genoeg toch niet hoe je deze intervallen als ongelijkheid en in de intervalnotatie noteert.

Link to comment
Delen op andere websites

Een reactie plaatsen

Je kan nu een reactie plaatsen en pas achteraf registreren. Als je al lid bent, log eerst in om met je eigen account een reactie te plaatsen.

Gast
Op dit onderwerp reageren...

×   Je hebt text geplaatst met opmaak.   Opmaak verwijderen

  Only 75 emoji are allowed.

×   Je link is automatisch ingevoegd.   In plaats daarvan weergeven als link

×   Je vorige bewerkingen zijn hersteld.   Alles verwijderen

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

  • Recent actief   0 leden

    • Er zijn hier geen geregistreerde gebruikers aanwezig.

×
×
  • Create New...